Certificering

Borging van voedsel- en voederveiligheid is van groot belang in de akkerbouwketens. BO Akkerbouw beheert hiervoor het certificeringsschema Voedsel- en Voederveiligheid Akkerbouw (VVAK) en faciliteert het Akkerbouw Certificeringsoverleg. In dit overleg werken ketenpartijen uit de sectoren uitgangsmateriaal, teelt, handel, verwerking en loonwerk samen voor het beheer van de akkerbouwcertificering. VVAK is een schema voor certificering op het gebied van voedsel- en voederveiligheid en duurzaamheid.

Aardappelen_beeldbank_Vavi

VVAK bestaat uit een aantal gewasmodules en een optionele module Duurzaam Akkerbouw Bedrijf (DAB). Deelnemers aan VVAK kunnen voor certificering naar keuze een beroep doen op een van de drie certificerende instellingen (CI's) die hiervoor bevoegd zijn.

Handzame documenten voor VVAK-deelnemers:

"Meer dan 7.000 akkerbouwbedrijven beschikken inmiddels over één of meer VVAK-modules."

Hygiënecode food/feed en GMP+

Bedrijven met het VVAK-certificaat voldoen aan de Europese hygiëne-eisen voor voedsel en diervoeder. Deze eisen maken deel uit van de voorwaarden voor het verkrijgen van bedrijfstoeslag. Ook voldoen VVAK-deelnemers aan de eisen die GMP+ stelt aan de teelt van voedermiddelen. VVAK kan namelijk dienen als volledige invulling van de risicoanalyse die afnemers van diervoedergrondstoffen moeten toepassen als onderdeel van de poortwachtersprocedure van GMP+.

VVC of VVAK

VVAK is ontstaan door het samenvoegen van de Voedselveiligheidscertificaten (VVC’s) voor aardappelen, suikerbieten, industriegroente en granen, zaden en peulvruchten. Telers met één of meerdere VVC’s kunnen deze via hun certificerende instelling (CI) laten omzetten in VVAK. Het beheer van deze gewascertificaten ligt bij de betreffende afzetketen. Voor suikerbieten is dit de suikerindustrie. Voor fritesaardappelen doet de aardappelverwerkende industrie het beheer. Voor zetmeelaardappelen ligt deze taak bij de aardappelzetmeelindustrie. De inhoud van VVAK sluit nauw aan op de eisen van de gewascertificaten.

Opslag op nota

Om de kosten van het Akkerbouw Certificeringsoverleg (onder andere beheer van het VVAK) te financieren, brengen de CI’s jaarlijks een bedrag van € 3,00 per VVAK-gewasmodule of gewascertificaat in rekening. De CI’s maken dit bedrag zichtbaar als een opslag op hun nota en dragen dit bedrag af aan BO Akkerbouw.

Loonwerk

Voor loonwerkers (inclusief burenhulp) zijn certificaten opgesteld, waarmee aangetoond kan worden dat voldaan wordt aan de eisen uit het VVAK. De teler is overigens verantwoordelijk voor het voldoen aan de eisen bij loonwerk. De teler kan aantonen dat de loonwerker voldoet aan de eisen met een door de loonwerker verstrekte kopie van:

  • een VKL-certificaat (vermelding op www.vkl.nl is ook voldoende);
  • het VVAK (of VVC) voor het betreffende gewas (bij telers die ook loonwerker zijn);
  • de goedkeuring van de spuit en de spuitlicentie (als door de loonwerker alleen spuitwerkzaamheden worden verricht);
  • elk ander certificaat of bewijs waarmee de eisen worden afgedekt. Het Belgische Vegaplan certificaat (teelt/loonwerk) is door het Akkerbouw Certificeringsoverleg erkend als schema dat de eisen afdoende afdekt.

Internationale samenwerking

VVAK en het Belgische Vegaplan hebben een overeenkomst gesloten. Hiermee zijn de certificaten van beide partijen onderling uitwisselbaar. Een VVAK-deelnemer kan hierdoor zonder verdere certificeringsverplichtingen leveren aan een Belgische afnemer die een Vegaplan-certificaat van zijn leveranciers vraagt. Omgekeerd geldt hetzelfde.